Vrouwelijkheid, mannelijkheid en alles daar tussenin is helemaal van deze tijd. We spreken niet meer over dames en heren, maar over reizigers in het openbaar vervoer. We discussiëren over de invloed van speelgoedwinkels op de genderstereotypering, maar zien een man in de kinderopvang nog steeds als een bijzonder soort.
De man die stevig genoeg staat om tegen de stroom van genderstereotypering in te zwemmen en werkt binnen de kinderopvang wordt gezien als superheld. Oersterk, maar tegelijkertijd kwetsbaar door vooroordelen gebaseerd op stereotyperende genderrollen die we in de maatschappij in stand houden. Ga eens doucheschuim kopen. Veelal zijn de kleuren van doucheschuim voor vrouwen roze, rood, paars en oranje. Voor mannen zien we vaak de kleuren blauw, groen en zwart. Een maatschappelijke invloed op onze genderidentiteit?
Mannen en opvoeden
Vandaag de dag kent de maatschappij tal van mannen die een steentje bijdragen aan de ontwikkeling van het kind. Binnen de kinderopvang zijn mannen zelden te vinden. Het ontbreekt aan grove handen die vlechtjes maken, die stoeien en risicovol spel gemiddeld meer lijken te stimuleren dan vrouwen. Dat is jammer, want de wereld van morgen waartoe we onze kinderen opvoeden, kent een steeds grotere diversiteit. Het fascineert dat mannen buiten de hekken van de kinderopvang er mogen zijn, maar daarbinnen worden bekeken als vreemde eend in de bijt.
Je hebt meisjes én je hebt jongens
Waar het om gaat zijn de kinderen. We kunnen er niet om heen dat dit meisjes én jongens zijn. Een meisje is geen jongen en een jongen is geen meisje. Ze verschillen van elkaar. Het verschil tussen meisjes onderling of jongens onderling is wellicht groter dan het verschil tussen meisjes en jongens. Je hebt jongensachtige meisjes, meisjesachtige jongens en ontelbare variaties aan hoe zij zich voelen of uiten. De verschillen tussen meisjes en jongens worden in de wetenschap beschreven als klein in de eerste levensjaren. Als we het ‘jongensrecept’ erbij pakken om te komen tot de geboorte van een jongen, zien we dat rond de zesde week van de zwangerschap het geslachtshormoon testosteron bij jongens de geslachtskenmerken en aanlegverschillen laat ontstaan. De eerste maanden na de geboorte geldt zowel voor meisjes als jongens dat er hormonale sprint plaatsvindt wat een vermoedelijke veroorzaker is van grotere en latere verschillen. Rond de peuterleeftijd zal het kind weten of het een meisje of jongen is en hoe dat zit bij de ander. Wanneer de peuter een kleuter wordt zal het de scheiding tussen meisjes bij meisjes en jongens bij jongens kunnen maken. Het weet ‘wat’ het zelf is en dat dat zo zal blijven. Als jong schoolkind weet het welk gedrag en verwachtingen er passen bij het zijn van een meisje of jongen (Eliot, 2012; Grift, 2016).
Genderstereotypering
De vroege kinderjaren zijn belangrijk voor de latere ontwikkeling en de vorming van de genderidentiteit. Jij als gastouder hebt invloed en weet wat de ontwikkelingsbehoefte van de kinderen zijn. Denk je daarbij ook weleens aan het beeld wat wij maatschappelijk hebben van meisjes en jongens? Ben jij onbewust genderstereotypering aan het voeden of laat je dit bewust los? Vaak zijn we onbewust geneigd om vanuit genderstereotyperingen kinderen te benaderen, situaties op een bepaalde manier aan te pakken of eigen gedrag aan te passen aan het geslacht van de ander of aan ons eigen geslacht. Dat komt door ideeën die er maatschappelijk zijn over wat wij vinden passen bij een meisje of jongen. Van jongs af aan krijgen kinderen dit mee. In verschillende contexten, zoals thuis, op school en op straat worden deze ideeën continu bevestigd waardoor we het ons eigen gaan maken. Het verschil tussen meisjes en jongens mag erkend worden. Wellicht soms zwart-wit, of beter gezegd blauw-roze worden neergezet zodat er vanuit stereotypering gekeken kan worden naar het kind als individu. Dat wat bij hem of haar past ongeacht wat het geslacht is. En ons eigen geslacht? Dat doet er niet toe. De wereld bestaat uit mannen en vrouwen, ook in de kinderopvang. Want opvoeden doe je met je hart. Niet met je geslacht. Dus ook mannen zijn welkom om binnen een professionele context een steentje bij te dragen aan de ontwikkeling van een kind.
Daag jezelf uit. Beantwoord vier vragen.
- Hoe communiceer ik met meisjes? Denk aan aantal woorden, vriendelijk- of duidelijkheid, stemvolume en stemhoogte. Communiceer ik op dezelfde manier met jongens?
- Stimuleer of doorbreek ik stereotyperend spelaanbod bij kinderen?
- Is de ruimte rijk en uitdagend voor hoe wij maatschappelijk kijken naar voorkeuren van meisjes en jongens?
- Bespeur ik ander gedrag bij meisjes dan bij jongens? Heb ik daar invloed op?
Grote dank aan de pedagogiek studenten Amber, Emy, Kim en Manon van Hogeschool Arnhem en Nijmegen voor het bedenken van de inspirerende hoofdtitel van dit artikel.
Deze blog is in opdracht geschreven voor KennisNetwerk Gastouderopvang en is als PDF-bestand te downloaden via mijn inspiratiepagina.