Mathelijne Smids en Rick Ploemen, dat zijn wij. Wij hebben de handen ineengeslagen om onderzoek te doen naar het gedrag dat pedagogisch professionals (lees ook gastouders) onbewust of bewust laten zien tijdens een inspectie. Gebaseerd op de vier copings-strategieën: vechten, vermijden, vluchten en vastgrijpen.

Hoe het begon
Tijdens onze eerste koffie bruiste we van de ideeën en namen we afscheid van elkaar vol energie en enthousiasme. Enkele weken later volgde er uit gedeelde nieuwsgierigheid een online enquête-onderzoek onder pedagogisch professionals in de kinderopvang en vervolgens in de gastouderopvang. De enquête werd massaal gedeeld en beantwoord. Al snel zaten wij met open mond te kijken naar een respondentenaantal van maar liefst 1186 respondenten. Met een bevlogenheid voor pedagogiek en kwalitatieve kinderopvang hebben wij op basis van de vraag van respondenten een workshop voor pedagogisch professionals ontwikkeld, genaamd ‘Ojee, de GGD’.

Kijk! Daar komt de inspecteur
‘Daar komt de inspecteur’ gonst het door je hoofd. Door het raam zien je de inspecteur naar de deur toe lopen. Een gevoel van spanning komt direct opzetten. Bewust bekwaam handelen gaat gepaard met onhandigheden, twijfelachtige antwoorden op de vragen die inspecteur stelt of stellig vermijdend: “De kinderen gaan voor, ik kom er op een later moment op terug”.Het kan ook zijn dat een bezoek van de inspecteur je niet veel meer doet dan enkele gezonde spanning. Of zelf een vleugje van blijdschap brengt. Maar waar komen al die gevoelens toch vandaan?

De zin en onzin van een inspectie
Met de ingang van de Wet Kinderopvang in 2005 kent de kinderopvang een wettelijk kader voor kinderopvang in Nederland. Iedere kinderopvanglocatie en gastouderopvang dient verantwoordelijke opvang te bieden die bijdraagt aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind in een veilige en gezonde omgeving. De toezichthoudende taak op het wettelijk kader is in het merendeel van de gemeenten voor het eerst gedeelte uitbesteed aan de GGD. De inspecteur, die binnen de kinderopvang en gastouderopvang wordt ontvangen met het gevoel ‘Ojee de GGD’, verzamelt informatie om vast te kunnen stellen of iedere kinderopvanglocatie en gastouderopvang de wet en regelgeving naleeft. Vervolgens oordeelt en rapporteert de inspecteur zodat de gemeentelijk ambtenaar het laatste deel van de toezichthoudende taak kan voeren: handhaving waar nodig.

Onderzoek
Er zijn nog bruggen te bouwen tussen de inspecteurs en de pedagogisch professionals. Uit onderzoek blijkt dat eisen van stakeholders invloed hebben op emotioneel en vermijdend gedrag van onder andere pedagogisch professionals (Smids, 2017). In de opvang is de inspecteur de belangrijkste stakeholder die de meeste invloed uitoefent op hoe er wordt omgegaan met de belastende omstandigheden die een inspectie met zich meebrengt. Uiteraard is het gevoel dat een inspectie met zich meebrengt per persoon afhankelijk. Met het onderzoek is tevens achterhaald wat er volgens pedagogisch professionals nodig is om een inspectie zo ontspannen mogelijk te laten verlopen. Maar liefst 716 respondenten uit de kinderopvang en 470 respondenten uit de gastouderopvang namen deel aan het enquête-onderzoek. Uit kwantitatief onderzoek blijkt dat 70% van de ondervraagde in de kinderopvang en 54% in de gastouderopvang nerveus, gespannen of onzeker is tijdens een inspectie. Je kunt je hierbij afvragen wat de invloed hiervan is op het uiteindelijke inspectierapport.

Onderzoeksresultaten

 

Kinderopvang

Gastouderopvang


Het eerste gevoel bij de inspecteur:

weerstand of wil vluchten

49%

20%

uiterste best willen doen

28%

37%

het gesprek willen aangaan

23%

23%


Het gevoel bij een inspectie:

nerveus, gespannen, onzeker

68%

54%

prima, niet bijzonder

21%

34%

strijdlustig

11%

12%


Hoe de inspectie wordt ervaren:

noodzakelijk maar vreselijk

57%

46%

we krijgen verbeterpunten

35%

48%

grootste onzin of kans om ongenoegen te uiten

8%

6%


Desondanks wordt de inspectie gezien als noodzakelijk, maar wordt deze zeer uiteenlopend ervaren. Kwalitatief onderzoek laat zien dat de inspectie per inspecteur anders wordt ervaren. Een eenduidige lijn van inspecteren wordt gewenst. De inspecteur mag volgens de ondervraagde vriendelijker, duidelijker of geruststellender zijn. Binnen de kinderopvang komt onzekerheid naar voren in de relatie met de leidinggevende en/of de organisatie. Bang om iets verkeerd te zeggen door ergens onvoldoende kennis van te hebben. Gastouderopvang laat in vergelijking met de kinderopvang zien steviger in hun schoenen te staan. Zowel in de kinderopvang als gastouderopvang is er behoefte aan achtergrondinformatie over het waarom van een inspectie en begeleiding bij het wegwerken van onzekerheden.

Jouw invloed tijdens een inspectie
Gevoelens zijn er altijd in welke vorm dan ook. De verstandelijke en emotionele gevoelens noemen we samen coping-gedrag. Als je als professional bewust bent van je eigen coping-gedrag ben je al een heel eind. Je kunt je bewust verder ontwikkelen door een plan te maken welk gedrag je niet wil laten zien en wat het gewenste gedrag is. Zodat je gedurende een inspectie op positieve wijze kan laten zien wie jij écht bent en waar je kinderopvanglocatie of gastouderopvang op pedagogisch vlak voor staat.

Op basis van de vraag onder de respondenten van het enquête-onderzoek is er een praktisch en inspirerende workshop ‘Ojee, de GGD’ ontwikkeld, die gaat ondersteunen in het bewust worden van het eigen coping-gedrag. In de workshop zal het aangaan van de dialoog, casuïstiek en het direct toepassen en oefenen van de verkregen informatie centraal staan.

Meer informatie over de workshop vind je hier

« Bekijk alle blogs
Nieuwsgierig?

Neem vrijblijvend contact met mij op.

Bel Mail App
Volg Rick op