Werken in de kinderopvang als leidinggevende van een kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang brengt voor mij een diversiteit aan taken met zich mee. Geen dag is hetzelfde. Naast een volle agenda kijk ik aan het einde van de dag terug op een dag met ook veel onvoorziene taken die op mijn pad zijn gekomen. Van pedagogisch medewerkers wordt ook het nodige gevraagd. Ook voor hen zal geen dag hetzelfde zijn en zien zij veel diversiteit als zij dagen met elkaar vergelijken. De ene dag is niet de andere.
Een blauw-blauw en roze-roze kijk
Achter mijn bureau op kantoor schuiven regelmatig bonnetjes van bestellingen voorbij, komt een activiteitenaanbod voor de vakanties voorbij en worden hierin keuze gemaakt door de pedagogisch medewerkers. Make-up, poppenkleertjes en keukenspulletjes zie ik regelmatig terug. Auto’s, bouw- en constructiemateriaal minder. Bij het kinderdagverblijf werken allemaal vrouwen, bij de buitenschoolse opvang werkt één man. Ik vraag mij af of dit de bestellingen verklaart zonder al te veel stereotype te denken. Laatst gaf ik een rondleiding aan een collega van een andere locatie bij mijn kinderdagverblijf. We liepen de groep binnen op het moment dat bij een kleine jongeman de tranen over de wangen rolde en het geluid van huilen de ruimte vulde. De pedagogisch medewerkers troostten hem met lieve warme woorden. Maar de tranen en het geluid van huilen gingen niet weg. Mijn beurt. Ik ging gehurkt op de grond zitten, armen naar de kleine jongeman gestrekt en vanzelf kwam hij aanlopen. Op mijn arm, aai over de bol, benoemen dat ik de tranen zag en door met mijn rondleiding. De kleine jongeman veranderde al snel naar een kleine grote baas. Zijn elleboog op mijn schouder en een glimlach van oor tot
oor. “Mannen onder elkaar dames” zei ik met een knipoog.
Mannen en vrouwen, we verschillen toch wel degelijk van elkaar. Zeg eerlijk, we hebben er dagelijks mee te maken. In deze tijd van het jaar haalt de man een kerstboom in huis. Gewoon een boom. De vrouw had liever een mooiere gezien. Meer een gevulde top, wat groener en mooiere naalden. Oog voor detail. Als mannen en als vrouwen hebben we de neiging om ons verbonden te voelen met onze eigen sekse. De groep waarin we onszelf plaatsen. Hoe sterker een groep dit uitdraagt hoe een positiever gevoel er ontstaat voor de ‘wij-groep’ en een negatieve lading en beeld van de ‘zij-groep’. Vertaalt naar de kinderopvang stel ik de vraag of vrouwen zich verbonden voelen tot – stereotype gezien – vrouwelijk materiaal en activiteiten? Is dat tevens de reden dat jongetjes, in verhouding met meisjes, gedurende een werkoverleg vaker worden besproken als het gaat om opvallend en/of afwijkend gedrag?
Blauw-roze kijk
Ik zelf wil mij niet snel plaatsen in een ‘wij-groep’ of ‘zij-groep’ als het gaat om seksegebied. Ik blijf met beiden benen staan op neutraal gebied en sta open voor zowel stereotype man of vrouw gedrag. De vooroordelen die in een ‘wij-groep’ (bijv. vrouwen) ontstaat over een ‘zij-groep’ (bijv. mannen) wil ik persoonlijk voorkomen. In de praktijk ondersteun ik met regelmaat de babygroep wanneer de flessentijd voor de meeste baby’s samenvalt op één moment. Anderzijds trap ik buiten een balletje mee met de jongens. Ik werk met passie om de kindontwikkeling per individu zo optimaal mogelijk te stimuleren voor een goede toekomst. Ik zet een bril op met een blauw en een roze glas wanneer ik naar kinderen kijk en sta voor inclusie op het gebied van sekse binnen de kinderopvang. Nu is het aan mij om de kijk van de pedagogisch medewerkers te onderzoeken. Dragen ze een bril met twee roze glazen, twee blauwe glazen of zijn er al pedagogisch medewerkers met een blauw-roze kijk op kinderen?
Kortom iedereen is anders en niemand is zoals jij. Jongens en meisjes verschillen al vanaf de prilste ontwikkeling van de foetus in de baarmoeder. De bevalling van een jongen duurt bijvoorbeeld doorgaans langer dan die van meisjes. Jongetjes hebben vaker gezondheidsproblemen voor, tijdens en na de bevalling. De verschillen zijn bij kleine kinderen klein en nemen toe als ze ouder worden. De verschillen vallen op omdat het meer op het gebied van gedrag komt te liggen, zoals de manier van spelen, communiceren of het oplossen van problemen. De meest voorkomende verschillen in de wetenschappelijke publicaties die zijn terug te vinden zijn, is dat meisjes zich sneller ontwikkelen en taalkundiger zijn ingesteld. Ze kunnen zichzelf beter onder controle houden en zijn geduldiger. Jongens daarentegen zijn bewegelijker en leren vooral door te experimenteren. Ze durven meer risico’s te nemen, hebben een beter ruimtelijk inzicht en zijn bijvoorbeeld competitiever. Maar, tussen alle kinderen onderling bestaan overigens verschillen die helemaal niets te maken hebben met het zijn van een meisje of het zijn van een jongen. Sommige meisjes kunnen heel jongensachtig zijn en omgekeerd.
Welke bril zet jij straks op? Die met twee roze glazen, twee blauwe of sta jij open om met een blauw-roze bril te kijken naar ieder kind als individu? Laat de ‘wij-zij-cultuur’ los en verwelkom inclusie en diversiteit meer dan gisteren en eergisteren bij jou in de praktijk.
« Bekijk alle blogs